maandag 18 oktober 2010

SvZ week 41 2010

Joep en ik hadden ons er erg op verheugd om afgelopen vrijdag een draak te gaan kopen en de blueray van “Hoe tem je een draak” te scoren. Helaas was de release uitgesteld tot 17 november en had Joep geen zin meer om naar de stad te gaan. Joep kreeg namelijk een draak omdat hij de hele week min of meer niet in zijn bed geplast had. Om de kansen daarvoor te verhogen, hadden Anke en ik afgesproken hem, als we ‘s- nachts wakker zouden worden, voor de wc te positioneren. De afstemming was niet optimaal dus zo kon het gebeuren dat hij soms binnen een tijdsbestek van een paar uur een keer of vijf met zijn slaperige kop de laatste druppels uit zijn blaas probeerde te persen. Gelukkig had hij zaterdag wel weer zin om naar de stad te gaan. We hebben een mooie draak voor hem gekocht en zijn daarna nog even samen wat gaan drinken in de Bommel, het beste café van Breda en verre omstreken en voorheen het stamcafé van Big Brother Ruud. Zijn vrouw zie je er nog wel eens en met de carnaval is Kluun er altijd present.

Joeps nieuwste aanwinst: Tailspike uit de Dragon Universe lijn.

 
Naast het verzamelen van de Dragon Universe collectie is Joep ook een groot fan van Bakugan en ik krijg dan ook regelmatig college over hoe ze kunnen efllueren en dat ze daarna soms de beschikking hebben over een vuursalami. Als je moeder zoveel met eten bezig is verwissel je een tsunami al snel met een salami. Al met al zit het wel goed met het testosteron en hou ik mijn hart vast voor de puberteit. Tijdens die bewogen periode in het mannenleven spuit het testosteron er namelijk bij de jongens via de puisten en poriën uit.

Op het internaat/klein seminarie Beekvliet, waar ik als externe de middelbare school volgde, deden de geruchten de ronde dat er kamfer in het eten van de internen gedaan werd om het libido te temperen. Zoals nu genoegzaam bekend is, hadden de verantwoordelijken er beter aan gedaan om hun eigen eten onder de kamfer te bedelven want ook op Beekvliet zuchtten met name de internen onder de machtswellust van het geestelijke gajes.
Zelf heb ik er daar weinig van gemerkt maar in mijn kleuterjaren heb ik wel eens zes weken de terreur van Gods eigen pinguïns van dichtbij mogen ervaren. Vanwege mijn zwakke gestel leek het de pastoor een goed idee om mij een week of zes aan te laten sterken in Kindertehuis Prinses Marijke, een van de tehuizen van de Stichting Katholieke Kindertehuizen.

Ik werd er samen met mijn ouders naar toegebracht na een spannende rit in de blauwe NSU van pastoor de Beer waarvan ik me nog kan herinneren dat we over een heuse rotonde (Ouderijn!) kwamen. Bij binnenkomst werd ik zonder blikken of blozen, al schreeuwend, onder de armen van een van de Vriendinnen van de Heer c.q. Gesels Gods naar boven getransporteerd. Van dat aansterken heb ik eigenlijk weinig gemerkt. ’s Morgens was er voor iedereen een bord cement die je verplicht was om op te eten en je moest blijven zitten tot het bord leeg was.
Met grote regelmaar zag ik bij de lunch kinderen walgend achter hun bord versteende havermout zitten.
Het warme eten bestond gemiddeld uit een halve aardappel, twee sperziebonen en een stukje draadjesvlees ter grootte van een microprocessor.

Zondag vond ik persoonlijk helemaal horror omdat je dan “een broek van het huis” aan moest. De broek van het huis was een echte lederhosen uit een partij die in 1945 door de directrice opgekocht was bij een ontmantelde Hitlerjugendcel. Naast die vernedering was eigenlijk de hele periode in Kindertehuis Prinses Marijke een continue hersenspoeling door totaal niet in kleuters geïnteresseerde Geestelijk Gestoorden die je probeerde te breken met onredelijke straffen voor vergrijpen die je zelf niet als zodanig zag. Wanneer je een keer in je neus peuterde in bed (je moet toch wat als je geen knuffels in je bed mag) werd je kussen een paar dagen afgepakt om maar eens wat te noemen.
Tegenwoordig zou de term bitch waarschijnlijk tekort schieten om dit soort hardvochtige, liefdeloze sadisten te beschrijven. De glans van het geloof was er bij mij al op jonge leeftijd vanaf.

Op de dag dat mijn ouders me op kwamen halen mocht ik eindelijk, voor de eerste keer, in de speelkamer waar ik al weken lang met mijn neus tegen de raam gehangen had omdat er zo’n mooie trein in stond. Toen mijn ouders gearriveerd waren, werd ik aan ze voorgesteld en ik had werkelijk geen flauw idee wie die mensen waren. Ik was daarna wel tijdelijk een keurige jongen die netjes vroeg of hij van tafel mocht, met twee woorden sprak en met mes en vork at, iets wat in de jaren vijftig in het arbeidersmilieu vrij ongebruikelijk was. Blijkbaar ben je op je vijfde dus al na een hele korte tijd vergeten wie je vader en moeder zijn. Reden voor mij om vooral veel van mijn vrije tijd door te brengen met de meiden toen ze nog klein waren en nu met Joep. Een fijne week en we sluiten natuurlijk weer af met een heerlijk recept.

Recept van de week, grof gesneden gyros/shoarma.

Koop een lamsbout. Verwarm de oven voor op een graad of 180. Wrijf de lamsbout in met gyros- of shoarmakruiden. Leg de lamsbout in een ovenschaal en zet hem in de oven. Haal de bout er na een minuut of tien uit en snij een dun laagje van de lamsbout in royale repen. Smeer de lamsbout opnieuw in met gyros- of shoarmakruiden en zet hem terug in de oven. Haal de bout etc. Herhaal dit tot de bout op is.
Smoor wat grof gesneden uien en in repen gesneden rode puntpaprika’s in olijfolie. Meng dit met de gyros/shoarma.
Daarna zijn er twee mogelijkheden: grillen of bakken.
Daarna zijn er weer twee mogelijkheden: in een pitabroodje of op je bord.
Lekker met Tzatziki (τζατζίκι) of omgekeerde Tzatziki (τζατζίκι). Bij de laatste is het hoofdbestanddeel komkommer; wel even zaadjes eruit en met zout wat vocht ontrekken. Zie voor recept SvZ week 40.
Smakelijke eten.

Geen opmerkingen: